Afgelopen kerkdienst was er geïntegreerde Kindernevendienst. Het was fijn om met een groep kinderen en volwassenen elkaar te ontmoeten. We lazen Johannes 19: 16b-30. Over Jezus die aan het kruis hangt voor ons. Terwijl Hij sterft in grote pijn, spreekt Hij. Tegen zijn moeder en Johannes. 

Tegen Zijn moeder zegt Hij: ‘Dat is je zoon.’ En tegen Johannes zegt Hij: ‘Dat is je moeder.’ Johannes krijgt hier de rechten en plichten van oudste zoon. Die neemt hij over van Jezus, om voor Zijn moeder te zorgen. Jezus zei: Dat is uw zoon. Dat is uw moeder. En vanaf dat moment nam Johannes haar bij zich in huis. 

Wat doet Jezus hier? Hij sticht gemeenschap. Maar op een heel bijzondere manier. Want het overstijgt normale familie relaties. Rond het kruis sticht Jezus een nieuwe gemeenschap. Van mensen die horen bij Hem, en daardoor ook horen bij elkaar. Het begin van de kerk.. Rondom Jezus ontstaat een nieuwe gemeenschap. 
Als we geloven in Jezus, horen we bij Hem, en dus ook bij elkaar. Dat is de sterkste band die je kunt hebben met elkaar. Sterker dan bloedbanden. Mensen die bij Jezus horen, hebben een sterkere band met elkaar dan ze hebben met hun biologische familie. Dit is de belangrijkste band. In onze wereld zijn er allerlei gronden op basis waarvan onderscheid wordt gemaakt tussen mensen. Sociale achtergrond, rijk of arm, succesvol of niet, de familie waar je uit komt. In het Koninkrijk van God doet dat er niet toe. wat er toe doet, is of je bij Hem hoort. Voor de troon van God doet onze achtergrond en status er niet toe (rijk / arm, onze nationaliteit, man / vrouw, geaardheid). Voor Zijn troon zijn we allemaal mensen die tekort schieten in geloof en hoop en liefde. En zijn we allemaal mensen die de liefde en vergeving van God nodig hebben, door Jezus Christus. 

Als je christen bent, dan ben je verbonden met elke andere christen. Ze zijn je vader, moeder, broeder, zuster, je zoon, je dochter. Wat betekent dat? Als je christen bent is het heel belangrijk dat je relaties opbouwt met mede christenen die net zo intensief zijn als die met broers en zussen. Misschien zouden we niet voor elkaar kiezen als vrienden. God geeft ons aan elkaar. Onze relaties met elkaar moeten onvoorwaardelijk zijn: of we rijk zijn of arm, of onze wieg in Nederland stond of heel ergens anders, of we getrouwd zijn of ongetrouwd, en wat onze geaardheid ook is. God geeft ons aan elkaar. 

Het is de bedoeling dat we tijd met elkaar doornemen. Dat we tijd investeren in elkaars leven. Want dat is de manier waarop God in ons leven werkt. En dat is de manier waarop Hij ervoor zorgt dat we op Jezus gaan lijken. En dat is de manier waarop Hij ervoor zorgt dat de vruchten van de Geest groeien in ons leven. 

We gaan alleen lijken op Christus, als wij deel willen zijn van de familie waar Christus ons in plaatst.  Dan leren we om Gods liefde te kennen, te delen en door te geven.