Op 19 maart was er wisseling van ambtsdragers. We lazen uit Johannes 9: Jezus geneest een man die blind geboren is; en we lazen uit Johannes 19 over de vrouwen en Johannes bij het graf.
Jezus geeft zijn moeder en Johannes aan elkaar om voor elkaar te zorgen. Wat laat Jezus zien? Familie is belangrijk. Wij zijn geneigd onze persoonlijke keuzes voorop te stellen. Jezus laat zien: familie is belangrijk. Maar Jezus laat zien: er is iets wat belangrijker is dan biologische familie, namelijk de nieuwe familie die je krijgt als je bij Hem hoort. Rondom het kruis ontstaat in een nieuwe familie; niet door ons bloed, maar door Jezus’ bloed.
Jezus roept ons in de gemeenschap. Hij geeft mensen aan ons die we niet zelf uitzoeken. Als we geloven, horen we bij het lichaam van Christus wereldwijd. Maar daarom juist ook bij het lichaam van Christus concreet op de plek waar we zijn. Samen deel zijn van Zijn lichaam vraagt dat we dichtbij elkaar zijn. Bij elkaar leven. Het is makkelijk om iemand lief te hebben die ver weg is. Het is veel moeilijker om iemand lief te hebben die dichtbij is. Als lichaam van Christus zijn we geroepen om dicht bij elkaar te leven. Dichtbij genoeg om elkaars vreugde mee te maken. Maar ook elkaars chagrijnigheid, en elkaars nukken, en elkaars botheid. Dichtbij genoeg om gekwetst te kunnen worden door elkaar. Dichtbij genoeg om te beseffen dat niet alleen die ander in de gemeente mij kwetst, maar ik ook die ander pijn doe. Want sommige dingen kunnen we alleen leren in gemeenschap. Zoals het toegeven dat we elkaar hebben verwond; elkaar te vergeven; en weer samen verder te gaan. Als lichaam van Christus zijn we ook geroepen om dichtbij elkaar te leven. Dichtbij genoeg om onze nood te kunnen delen. Zodat ook de ambtsdragers daarin kunnen helpen. Ze zijn ervoor. Juist de diakenen spelen daarin zo’n belangrijke rol. We zijn daarom ook zo dankbaar dat een zuster in ons midden opnieuw ja heeft gezegd.
Jezus is beland aan het kruis. Iedereen had zich tegen Hem gekeerd. Behalve die paar mensen. De kerk in het klein. Hij geeft ons aan elkaar. En samen staan we om het kruis. En we ervaren pijn die een ander ons aandoet en pijn die we zelf aandoen. En dwars door alles heen belijden we: Hij is onze toekomst; aan Hem vertrouwen we ons toe.