We vierden samen de tweede zondag van Advent. In deze dienst is Renate Collée – van Dieren bevestigd in het ambt van ouderling. Zij zal pastoraal ouderling zijn en zal zich vooral bezig houden met pastoraat aan mensen jonger dan 75. Rienk Koolstra en Sandra Keyzer zijn herbevestigd in het ambt van jeugdouderling. We danken God!
We lazen over Maria die bezoek krijgt van de engel Gabriël en vervolgens zelf op bezoek gaat bij haar familielid Elizabeth (Lukas 1: 26 – 45). De engel zegt dat ze gezegend is: ‘Je bent gezegend onder de vrouwen’. Elizabeth herhaalt deze woorden. ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! (…) Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ Terwijl het voor Maria verre van makkelijk zal zijn geweest.
Uit Maria’s leven leren we dat gezegend zijn door God niet af te lezen is uit je gevoel; en niet af te lezen uit de omstandigheden in je leven. Waar wel uit? Dat God bij je is. Dat Hij je inschakelt. En dat je ja zegt. Dan ben je gezegend. En we leren ook van haar dat we een ander mens nodig hebben. Zelfs als er een engel bij je geweest is. Maria had Elizabeth nodig. Wij hebben elkaar nodig in de gemeente. We hebben een ander mens nodig die bevestigt wat God tegen ons zegt en die met ons zoekt naar wat Zijn zegen in ons leven betekent.
Wat betekent het als je ambtsdrager bent? Dat je gezegend bent om tot zegen te zijn. Dat je geroepen bent om anderen te helpen ontdekken hoe God bezig is in je leven, waar je zegen kunt vinden. Ambstdragers zijn er om ons daarbij te helpen. Biddend en zoekend. Om ons te helpen om ja te zeggen tegen God. Wij kunnen ja zeggen tegen God. Waarom? Omdat Hij allang ja gezegd heeft tegen ons. Zijn grote ja tegen ons. En in antwoord, zeggen wij ons kleine ja. En daarmee stappen we in, in Zijn grote verhaal. We voegen ons, in de grote stoet van mensen door de eeuwen heen. Achter Jezus aan. Op weg naar Zijn Koninkrijk.