Wat was het een feest om afgelopen zondag weer met 30 mensen in de kerk te mogen! En er mochten weer twee voorzangers de liederen zingen. Wat hoopvol.. Voor het eerst hebben we de Schriftlezing laten doen door een gemeentelid vanuit huis. Wat fijn dat dat technisch zo mogelijk is. Bijzonder om ook op deze manier te kunnen ervaren dat we in de kerk en thuis met elkaar verbonden zijn en één gemeente zijn. We lazen Ezechiël 34 over de herders en de schapen, en we lazen Johannes 10:11-21 over Jezus die zegt: Ik ben de Goede Herder. In de tijd van de Bijbel was het beeld van een ‘herder’ een bekend beeld voor een leider, een koning, of een geestelijke leider. De schapen: dat zijn de mensen, het volk. De koning van een volk of een geestelijke leider wordt geacht om zijn volk te leider als een herder. Om voor ze te zorgen, te beschermen en te rukken uit gevaar. Een mooi beeld. Maar ook een beeld dat in de praktijk vaak helemaal niet zo is. Ezechiël kaart dat aan namens God. De leiders zijn slechte herders, ze zorgen niet voor de schapen. En de schapen zijn voor elkaar trouwens ook geen lieverdjes: ze verdringen elkaar om de beste weidegrond en het beste water. Eeuwen later komt Jezus; Hij heeft het ook over schapen, alle bedreigingen voor de schapen, en de huurling die wegvlucht als gevaar dreigt. Jezus zegt: Ik ben de Goede Herder. Wat maakt Hem de Goede Herder? Hij geeft Zijn leven voor de schapen. Want Hij heeft de schapen lief; Hij heeft ons lief. ‘Niemand neemt mijn leven, Ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen’ (Joh. 10:18). Zijn dood overkwam Jezus niet. Hij wist dat dat de consequentie zou zijn. De consequentie van het doen van de wil van God. De consequentie van hoe Hij leefde met de Vader; van hoe Hij wonderen deed, bezetene mensen verloste, zieke mensen genas, en van wat Hij zei. Het zou Zijn dood betekenen. En daar kiest Hij voor. En dat is de weg is die God gebruikt om ons mensen terug te brengen bij Hem. Uit pure liefde en genade voor ons.