[vc_row][vc_column][vc_column_text enable_animation_pro=””]
Op 30 mei vierden we Hemelvaartsdag. We lazen over de Hemelvaart uit Lukas 24: 49-53 en Efeze 1:17-23.
Bij Hemelvaart denken we er vaak aan dat Jezus is weggegaan. Dat er een lege plek kwam. Net zoals wanneer we een geliefde verliezen – aan het leven of aan de dood. Dan is er ook een lege plek. Die zien we en die voelen we. Toch is dat niet de uiteindelijke boodschap van een overlijden of een ander verlies. Die boodschap is: dit leven is niet bedoeld voor altijd; we zijn vreemdelingen hier; we zijn op doorreis. We zijn bedoeld voor de eeuwigheid, door Jezus Christus. Dus, bekeer je tot God! De boodschap van Hemelvaart is niet zozeer dat Hij weg is gegaan en dus niet meer hier is. De boodschap is dat Hij ergens heen is gegaan. Naar de hemel. De Hemelvaart is kroningsdag van Jezus. Zijn kroning als Koning.
Je zou kunnen zeggen dat de Paasdag van de Opstanding de meest opwindende dag was uit het leven van de discipelen. Je zou kunnen zeggen dat voor Jezus de meest opwindende dag was de Hemelvaartsdag. De eeuwige Zoon van God die zo ver was afgedaald naar ons mensen; die zoveel voor ons had opgegeven, gaat nu naar huis. Naar de plek van Zijn kroning. Zijn erkenning. Als een soldaat die teruggaat naar huis na een lange en bloederige oorlog. Als een astronaut die in de ruimte is geweest en nu weer terugkeert naar de aarde. Eindelijk thuis. Hemelvaart is het feest waarop Jezus als overwinnaar, als koning wordt binnengehaald in de hemel. Waar Hij zit aan de rechterhand van God. De dag van Zijn kroning. Hij is koning.
Jezus regeert. Op een verborgen manier. Soms vangen we daar een glimp van op in het wereldgebeuren. Bijvoorbeeld bij bevrijdingsbewegingen. Het einde van de slavernij in Amerika en Europa, het einde van de apartheid, de val van de muur. Bewegingen waar belijdende christenen actief bij betrokken waren. Maar ook bewegingen waar een groot deel – het belangrijkste deel misschien – in de verborgenheid plaatsvond. Christenen die samen kwamen om te bidden, jarenlang. Hij regeert verborgen, door de kerk, door Zijn Geest, en door gebed.
Jezus regeert door gebed. Door de gebeden van de gelovigen en door Zijn eigen gebed. Romeinen 8: 33-34: ‘Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God Zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt een aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.’ Jezus pleit voor ons, Hij bidt voor ons dus tot God. Dat doet Hij vanuit de hemel, gezeten aan de rechterhand van God.
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]