Afgelopen zondag hebben we het Heilig Avondmaal gevierd. Christus voedt ons met Zijn lichaam en Zijn bloed. We lazen Hebreeën 10. ‘Laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water’ (Hebr. 10:22). We worden herinnerd aan onze doop waarin we zijn gereinigd en gewassen. In het licht daarvan roept de schrijver ons op: ‘Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij die het beloofd heeft, is getrouw.’ Christen zijn heeft impact op ons leven hier en nu. Zeker. Maar het gaat evenzeer over de toekomst, over de hoop die in ons leeft. De hoop dat dit het einde niet is; de hoop dat Jezus terugkomt, de hoop op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Bij die hoop staan we ook stil op 25 november: de laatste zondag van het kerkelijk jaar. We gedenken in het bijzonder diegenen ons in het afgelopen jaar zijn ontvallen. Al beseffen we dat veel meer mensen rouw met zich meedragen, ook over geliefden die ons al langer geleden ontvallen zijn. We volgen het leesrooster en lezen Markus 13:24-32 over de Wederkomst van Christus en het perspectief op de toekomst vanuit Openbaring 1:1-8.
Op 2 december vieren we de eerste Adventszondag. Op die dag zullen er ook twee kinderen van de gemeente gedoopt worden: Iwan en Bob. Wat een zegen en wat een feest. Er worden kinderen geboren: God vergeet ons niet. Er wordt gedoopt. In elke doop worden wij ook weer herinnerd aan onze eigen doop. Onze doop waarin we met Christus zijn gestorven en met Hem opgestaan in een nieuw leven. Laten we zo ons leven leven.