We hebben drie nieuwe diakenen bevestigd. We zijn dankbaar dat zij zich geroepen weten door onze gemeente en door God.
We hebben genoten van de bijdragen van het nieuwe gelegenheidskoor. We hebben genoten, maar vooral: ze zijn ons voorgegaan in het loven van God, we danken Hem!
We lazen Mattheus 26: 1 – 16. Jezus is in het huis van Simon in Bethanië en wordt gezalfd met olie door een vrouw. Ze giet een flesje met zeer kostbare olie helemaal uit over Zijn hoofd: dat is hoogst ongebruikelijk, het is buitensporig en mateloos. De discipelen roepen verontwaardigd: ‘wat een verkwisting!’. Zij giet, en zij giet, en zij giet. En wat zien de discipelen: ze zien sloten geld verdwijnen voor hun ogen. Jezus ziet iets anders: liefde. Deze vrouw doet iets; ze spreekt niet. Ze vertelt niet waarom ze dit doet, en wat ze hiermee bedoelt. De betekenis van haar daad is niet wat zij ermee bedoeld heeft; maar de betekenis van haar daad is wat Jezus ervan zegt. ‘Zij heeft een goed werk gedaan aan Mij.. want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis.’ (vers 10/12)
Wat is de betekenis van ons leven? Dat zijn niet onze plannen en onze bedoelingen. Onze grote plannen van wat we zouden bereiken. En misschien hebben we dat ook bereikt en zijn we er trots op. En misschien is het allemaal anders gelopen en kijken we terug met teleurstelling. De betekenis van ons leven is niet wat wij zelf hebben bedoeld en hebben gewild. Daar lopen we zo vast, met die bedoelingen van ons. De betekenis van ons leven is wat Jezus er van zegt. Nu en aan het einde van de tijden.
Wat opvalt is het contrast tussen het gulle gebaar van deze vrouw tegenover de zuinigheid van de discipelen. Wanneer zijn wij zuinig in ons geloof? Zuinig in wat we geloven, zuinig in wat we geven, zuinig in wat we verwachten van God? Hoe ongepast is die zuinigheid, juist nu in de lijdenstijd, oog in oog met Christus die zo gul is in Zijn liefde. Deze vrouw geeft mateloze liefde aan Jezus. Hoe zou ons leven eruit zien als wij dat ook zouden doen?
Zij giet, en zij giet, en zij giet. Even later gaat Jezus ook gieten, en gieten, en gieten. Hij geeft alles.
Hij heeft van tevoren geen rekensom gemaakt. Zo van: als ik dit geef, hoeveel geven ze dan aan mij terug, en is dat in balans? Als Hij dat had gedaan, had de rekensom uitgewezen dat wij maar zo weinig terug geven – bedroevend weinig. Hij heeft geen rekensom gemaakt, maar Hij is gekomen en is gaan gieten. Tot Hij alles had gegeven.
Geloven is geen berekening. Niet een kwestie van plussen en minnen op een rijtje zetten en dan beslissen: ja, ik ga toch maar geloven. Geloven is liefhebben. Iemand heeft je hart geraakt. En je gaat. Je geeft je over. In het geloof dat Zijn liefde voor ons nog veel groter is.