Biddag 2022

·

We hebben veel om voor te bidden. Juist nu. Dat hebben we samen gedaan in de Rijstuin. We lazen samen Psalm 31. De situatie waarin je een bijbelgedeelte leest, doet ertoe. De plek waar je bent wanneer je een bijbelgedeelte leest, doet er ook toe. Onlangs zag ik een filmpje opgenomen in allerlei kelders, en schuilkelders in Kiev, en opgenomen verder weg van de stad, in het veld. Vanaf allerlei verschillende plekken lazen leden van een kerk in Kiev zo met elkaar deze Psalm.. Een Psalm over schuilen bij God, over concrete gevaren en vijanden, en hartstochtelijk roepen tot God om bevrijding.

Psalm 31 is vooral een psalm van vertrouwen. Een stukje eruit heeft een plek gebed in het joodse avondgebed, het gebed dat al aan kinderen geleerd werd. Vers 6: In Uw hand leg ik mijn leven.’ Woorden die Jezus in de mond genomen heeft. In de grootste nood. Psalm 31 is een van de psalmen die Jezus bidt aan het kruis. Vader, in Uw handen beveel ik mijn Geest.’ (vers 6) De laatste uitspraak van Jezus voor Hij sterft. Hij heeft deze woorden in de mond genomen. Dit is Zijn psalm geworden.

Toen alles wegviel. Toen alle discipelen waren gevlucht. Toen Hij alleen was. Toen zelfs de Vader Hem verlaten had – waar hield Hij Zich aan vast? Aan deze woorden. Deze woorden bleven overeind – toen al het andere was weggevallen. De weg van deze psalm is ook Zijn weg geworden. Als Hij woorden hieruit citeert, is dat niet een losse tekst. Maar dan neemt Hij deze psalm over. Deze woorden waren Zijn geloofsbelijdenis. Zelfs aan het kruis belijdt, als God Hem heeft verlaten, belijdt Hij vertrouwen op deze God die Zijn rots is, Zijn vesting. Jezus sterft met de woorden van deze psalm op Zijn lippen.

Er is wel een verschil tussen de ervaring van de schrijver van de psalm, en de weg van Jezus. De psalmist uit zijn vertrouwen op God. Hij zoekt en krijgt redding van de dood. ‘Hij heeft een wonder voor mij verricht; Hij ontzette mij als een belegerde stad’. Jezus uit ook Zijn vertrouwen op God. Hij haalt deze psalm aan: In Uw hand leg ik mijn leven. En Hij belijdt daarmee dat Zijn tijden in Gods hand zijn (vers 16). Niet in de zin dat Hij bewaard wordt van de dood. Hij wordt niet bewaard van de dood. Hij wordt gekruisigd en Hij sterft. Maar Hij vertrouwt op God zelfs in de dood. Zijn tijden zijn in Gods hand. En op de derde dag blijkt dat God niet alleen te vertrouwen is in de dood, maar zelfs ook door de dood heen. Hij wekt Christus op uit de dood. Jezus tijden zijn in Gods hand. En wanneer we horen bij Hem, als we toevertrouwen aan Hem, dan geldt dat ook voor ons.