Op 2 februari hebben we samen het Heilig Avondmaal gevierd. We lazen het gesprek tussen leerlingen van Johannes de Doper en Jezus in Lukas 7: 18-23. In de ochtenddienst lazen we ook uit Lukas 3 over het optreden van Johannes de Doper en hoe hij in de gevangenis terecht kwam.
’s Avonds lazen we ook twee gedeeltes uit Jesaja die Jezus betrekt in Zijn antwoord aan Johannes: Jesaja 35: 3-6 en Jesaja 61: 1-3.
Namens Johannes de Doper stellen zijn leerlingen aan Jezus de indringende vraag: ‘Bent U degene die komen zou of moeten wij een ander verwachten?’ Jezus zegt: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het goede nieuws bekend gemaakt.’ Oftewel: mensen die bij Jezus komen worden heel, ze komen tot hun bestemming, ze worden weer opgenomen in de gemeenschap, en ze krijgen toekomst.
‘Bent U degene die komen zou of moeten wij een ander verwachten?’ Hoe komen wij daarachter?
Door te doen wat Jezus ons opgedragen heeft: door te luisteren naar Zijn woorden, door te komen aan Zijn tafel, door samen te eten van het brood en te drinken van de wijn. Kom naar deze tafel: zie, hoor en proef. Want de tafel van Christus is de plek waar we heel worden, de plek waar we tot onze bestemming komen, waar we ervaren dat we deel zijn van het lichaam van Christus en waar we toekomst krijgen.
En dan: vertel een ander wat je gezien en gehoord en geproefd hebt. Wanneer we dat doen, knappen we daar zelf ook zo van op.