We lazen het verhaal over de ontmoeting van Jezus met Thomas, uit Johannes 20: 19 – 31.
De discipelen waren bij elkaar, achter gesloten deuren. Jezus verschijnt, door gesloten deuren heen. Hij ontmoet de discipelen; en ze zijn blij om Hem te ontmoeten. Thomas was er toen niet bij. De discipelen vertellen hem over deze ontmoeting; maar hij kan het niet meemaken.
‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in Zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in Zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ De uitspraak waaraan hij zijn bijnaam te danken heeft: ongelovige Thomas.
Lijken we niet allemaal op Thomas? Sommigen van ons twijfelen misschien meer dan dat we geloven. Sommigen van ons geloven misschien meer dan dat we twijfelen, maar toch, soms komt ineens die twijfel opzetten. We hebben Pasen gevierd. We hebben gezongen. Uit volle borst. En het was heerlijk. En dat deed je uit overtuiging. Maar een paar dagen de week in, lijkt het zo onwerkelijk. Jezus opgestaan? Hij leeft? En er zijn mensen onder ons, die het moeilijk hebben: mentaal, psychisch, door iets wat je meegemaakt hebt. Misschien kun je daardoor wel meekomen in de lijdenstijd, als we stilstaan bij het lijden van Jezus, met Goede Vrijdag. Je kent het gevoel van pijn, je kent het gevoel van verlaten te zijn. En dan wordt het Pasen. En we jubelen van vreugde. Wat doet dat met je? Een gevoel dat je kunt hebben: dat je je meer en meer alleen voelt, achter gelaten. Dit is niet voor mij… Dat wil helemaal niet zeggen dat je niet gelooft. Misschien geloof je met elke vezel van je bestaan. Je weet dat het waar is, maar met je hart is het zo moeilijk om het mee te maken. Veel van ons kunnen ons voelen als Thomas. We kunnen Pasen moeilijk meemaken. In ons hoofd of in ons hart. En we voelen ons alleen gelaten. Waar haal je dan je hoop vandaan? We hebben het nodig dat een ander ons dat aanzegt. Ook via de gemeente, via ons, via elkaar. Via dit verhaal. Wat leren we van Thomas, van de discipelen en van hoe Jezus met hem omgaat?
Wat leren we van Thomas? Thomas zoekt de discipelen op, hij vermijdt ze niet. Hij gaat terug naar zijn vrienden. Ook al hebben ze een groot verschil in ervaring, en een verschil in geloof, toch gaat hij terug naar de gemeenschap. Dat is een les voor ons. Ook al kunnen we Pasen moeilijk meemaken, juist als we Pasen moeilijk kunnen meemaken, kom naar de kerk, naar de kring, zoek elkaar op.
Wat leren we van de discipelen? Thomas is blijkbaar welkom bij hen; ook al heeft hij een andere ervaring en zit hij er anders in qua geloof. Dus als mensen vragen en twijfels hebben, als mensen geen hoop hebben, is het juist goed om in de gemeenschap te zijn. Wat doen wij als gemeenschap voor mensen als Thomas, voor mensen die Pasen niet kunnen meemaken in hun hoofd of in hun hart? Maak ruimte, geef mensen de gelegenheid hun verhaal te vertellen, luister.
Wat leren we van Jezus? Hij geeft Thomas de onverdeelde aandacht. En biedt hem aan om Zijn wonden aan te raken. Precies datgene waar Thomas naar verlangt. Hij spreekt hem aan op zijn ongeloof, niet om daar bij te blijven hangen, maar om hem te brengen naar geloof. ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof!’. En dat doet Thomas: ‘Mijn Here en mijn God!’ Laten we Thomas volgen in dat geloof, in die belijdenis.