In de dienst van 7 november is Anneke van den Ende herbevestigd als pastoraal ouderling. We zijn dankbaar dat zij haar huidige termijn verlengt en pastoraat blijft verlenen in onze gemeente. Dat iemand ja zegt tegen een ambt is niet vanzelfsprekend. Dat iemand ja zegt tegen een verlenging ervan is ook niet vanzelfsprekend. We danken God voor haar en voor onze andere ambtsdragers. En we bidden God om meer mensen die ja zeggen tegen een ambt..we hebben het nodig.
We lazen Zacharia 1:1-17, een hoofdstuk dat de kinderen al een aantal weken geleden hebben behandeld. In de lezingen in de kerk haken we nu ook aan bij dit Bijbelboek. Een boek van net na de ballingschap. Het joodse volk is weliswaar weer naar huis gekomen. Maar de gevolgen van de buitenlandse bezetting en van de ballingschap zijn niet zomaar voorbij. Het is een puinhoop.
In hoofdstuk 1 stelt de Engel van de HEER een hartstochtelijke vraag aan God: ‘Hoelang nog zal het duren voor U erbarmen toont met Jeruzalem en de steden van Juda, waarop U nu al zeventig jaar verbolgen bent?’ De vraag aan God ‘hoelang nog…’ is een vraag die we vaker tegenkomen in de Bijbel. Een vraag van mensen naar God. Israël praat tegen God. Israël roept tot God. Dat lezen we in de psalmen, in de Klaagliederen en ook bij de profeten. Veel teksten die ontstaan zijn in de ballingschap, in de crisis. . Uit de diepte roepen ze naar God: waar bent U? weet U wel wat het is voor ons om hier te leven? weet U wel wat het is voor om mens te zijn? De profeten beschrijven allerlei gevoelens die wij voelen: twijfel, pijn, verlatenheid. Tussen twee haakjes: ik hoop dat wij ook roepen tot God. Als wij pijn voelen en twijfel en verlatenheid, dan hoop ik dat wij dat met elkaar kunnen delen. En ik hoop dat we meer doen: dat we ook roepen tot God. Praat tegen Hem. Roep tegen Hem.
Israël praat tegen God. Israël roept tegen God. en dat lezen we ook in de profeten. Maar in de profetenboeken gaat het een stap verder. In Zacharia gaat het een stap verder.
Namelijk: God praat terug. Hij geeft antwoord. Niet rustig, maar heftig. Niet kalm en beheerst vanaf een afstand, maar hartstochtelijk, van dichtbij.. alsof Hij naast ons staat, of recht voor ons. God praat terug. En wat zegt Hij dan……Alsof Hij zegt: Ik zal je vertellen hoe Ik me voel….Weet je wel wat het is om God te zijn…’Brandend van liefde neem Ik het op voor Jeruzalem en Sion, en ziedend van woede ben Ik op de zelfgenoegzame volken.’
God brandt van liefde, voor jou, voor mij, voor ons. Voor ons die vaak achteloos aan Hem voorbij leven. Druk met ons eigen leven, druk met onszelf. God brandt van liefde voor ons. En voor Zijn hele schepping. Hij stuurt profeten om ons wakker te schudden. Dat de profeten er zijn, is een bewijs dat God hen niet vergeet. Hoe kan het volk zeggen dat God zwijgt, als Hij de profeten stuurt? En via de profeten zegt Hij: Keer terug naar mij, dan zal Ik naar jullie terugkeren. Brandend van liefde wacht Ik op je. En tel Ik de seconden tot je naar me komt. God stuurt profeten die spreken namens God, die de mensen herinneren aan God. Wie stuurt Hij nu? God stuurt ons ambtsdragers. Ook aan ons. Dat zij er zijn, is een bewijs dat God ons niet vergeet. Hoe kunnen wij zeggen dat God zwijgt, als Hij ons ambtsdragers stuurt die ons als gemeente dienen, en die ons herinneren aan God. Die ons oproepen: Keer terug naar God. En die ons er aan herinneren: God brandt van liefde voor jou, Hij wacht op jou, en telt de seconden tot je komt.