Op 24 november hebben we de mensen uit ons midden herdacht die het afgelopen jaar overleden zijn. Een dienst waarin veel naar boven komt: herinneringen, verdriet, gemis en ook dankbaarheid. Het is goed om dit juist samen te beleven en samen ons verdriet bij God te brengen en bij Hem troost te ontvangen.
We lazen Romeinen 8:31-39 en 1 Korinthe 15: 50-58.
Als de Bijbel spreekt over de mens, is dat op een manier die de eenheid van de mens benadrukt: we zijn niet een ziel in een omhulsel. Ja, onze ziel doet ertoe, en ons lichaam doet er ook toe. Het geestelijke doet ertoe en het lichamelijke doet ertoe. Alleen zo zijn we door God geschapen. En zo zijn we mens. De Bijbel is eerlijk over de werkelijkheid: over de dood, over ons verdriet, over het gemis. De werkelijkheid die wij ook het afgelopen jaar ervaren hebben, zeker als wij persoonlijk hebben meegemaakt dat een geliefde overleed… Paulus schrijft over ons als geschapen mensen. We zijn mensen van vlees en bloed. Wij zijn sterfelijk, we zijn vergankelijk. Uit onszelf zijn wij niet onsterfelijk. Uit onszelf komen we niet zomaar automatisch in het Koninkrijk van God. Door de zonde is de dood in de wereld gekomen. Daar zijn we allemaal door geïnfecteerd. Wat betekent dat we allemaal last hebben van vervreemding van God en van elkaar en van ongeloof. Maar God laat het daar niet bij. Hij heeft er alles voor over gehad om Zijn schepping terug te winnen – door Jezus Christus. Daarom is er hoop. Er is leven. Niet omdat wij op de een of andere manier uit onszelf toch wel voortleven. Maar omdat er opstanding is. En de opstanding van Jezus is daarvoor het bewijs. Dat werkt Paulus uit in 1 Korinthe 15. Wanneer Christus terugkomt, dan zullen de doden opstaan en sticht Hij de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Dan zal Hij ervoor zorgen dat degenen die Hem toebehoren, eeuwig kunnen leven voor Hem. Dan zal Hij ervoor zorgen dat ons vergankelijk lichaam wordt bekleed met het onvergankelijke, ons sterfelijk lichaam zal dan bekleed worden met het onsterfelijke. Dat is onze hoop. Laten we elkaar daarmee bemoedigen.